Het Friese paard.

Het Friese paard is het oudste inlandse raspaard van Nederland. Zijn wortels gaan ver terug in de tijd. Al in de 13e eeuw was de Fries bekend en het paard vertoont het nog steeds overeenkomsten met zijn verre voorouders.

Het Friese paard is een sierlijk ogend paard met veel behang en een fiere houding en chique uitstraling. Met zijn lange gitzwarte manen en staart, weelderige sokken en spectaculaire bewegingen is het bijzondere verschijning

Exterieur:

Het stamboek beschrijft de Fries ideaal als een harmonieus en evenredig gebouwd paard. Het hoofd moet edel zijn met intelligente ogen en kleine, attente oren die licht naar elkaar toe staan. De hals moet niet te kort zijn en lichtgebogen aan een voldoende sterke rug dat uitloopt in een niet te kort kruis dat niet te sterk mag afhangen. De schouder moet krachtig zijn en voldoende lang en schuin. Het benenwerk moet sterk zijn, met een goede bodemstand.

Karakter:

Het Friese paard heeft een uniek karakter. Het is een levendig paard, dat ook erg intelligent is. Het is trouw en eerlijk, en wil graag voor je werken. Het is ook nog eens ontzettend trots, wat soms tot een misverstand tussen ruiter en paard kan leiden, maar het paard zal niet snel een stap fout doen.

Gebruik:

De Friese paarden worden vooral gebruikt voor dressuur, mennen en recreatief rijden waarin hun sierlijke lichaam voor veel uitstraling zorgt. Ook worden ze gebruikt bij kür op muziek, voltige, in een circus en uiteraard voor de fokkerij. Een klein sprongetje vinden de meesten ook nog leuk.

.

Geschiedenis

Vorige eeuw, zo rond eind jaren 60, paste het Friese paard niet meer in het moderne boerenbedrijf. De fokvereniging het Friese Paard te Wolvega merkte dat  de deelname aan haar jaarlijkse fokdag geleidelijk af nam. Om de neerwaartse spiraal te doorbreken werd er een plan opgezet, wat leidde tot de oprichting van het paardenballet.

Destijds was het doel van het Friese Paardenballet om te bewijzen dat het Friese Paard niet alleen geschikt is als landbouwpaard, maar ook dat het over enige makheid en rijvaardigheden beschikt. Bij de vereniging werden ook kinderen betrokken, want zij zijn de fokkers en gebruikers van nu.

Net na de oprichting was het oefenen met de paarden nog niet zo eenvoudig. De paarden kwamen meestal zo uit het land en de meeste ruiters en amazones hadden nauwelijks of geen rijervaring. Sommigen hadden zelfs nog nooit op een paard gezeten. Volgens traditie werd er op een oranje dekje, ofwel zonder zadel, gereden. Dit had twee redenen; de meeste leden hadden geen zadel en het rijden had een folkloristische achtergrond. Het oranje dekje stamt af van de traditie van de Friese dravers.

In 1969 werd het eerste optreden op de fokdag van Wolvega gepresenteerd. Het werdeen daverend succes. Ineens zagen de mensen een geheel nieuwe kant van het Friese paard. Daarna volgden optredens tijdens dorpsfeesten en andere evenementen. Het Ballet bedacht ook steeds weer nieuwe shows om de aandacht te vestigen. Oude bekende nummers zijn het damesachttal en de Hongaarse Post. Ook werd er een tandem, randem en klavertje drie gereden. Vanaf 1979 is het Friese Paardenballet een officiële vereniging geworden, namelijk Balletvereniging het Friese Paard.